Title Image

Verslag 1999 (4)

Verslag 1999 (4)

Oude koeien van 1999

  • De schemer valt en de Sport B is niet te vinden, ondanks dat ik vlakbij ben. Op de dijk bevinden zich tientallen automobilisten, die z’n lichtje nadoen. Ik heb ‘t nooit zo opgehad met forenzen !
  • I’am going like a boeing
  • Toch maar naar Medemblik, Breezanddijk is geen goede plek voor boodschappen.
  • M’n barometer kan niet meer lager en staat op mooi weer ?
  • Buiten de beschutting van de hoge wal bouwen de golven flink op met soms kuilen van naar schatting wel bijna twee meter. Bruisend lopen de golven achterop en zo nu en dan probeert er eentje binnenboord te klimmen maar Dieuwertje wipt iedere keer weer op tijd haar kont omhoog en glijdt dan schuimend in het dal tot de volgende golf haar weer optilt en surfend vooruit stuwt.
  • Wel te gek, wie maakt er nou ‘s-nachts een foto van een boei ?
  • Ik maar neem ’n pilsje op m’n eerste 100 mijl; eigenlijk vind ik, dat de 100 myls ‘SOLO’ ook wel genoeg was geweest.
  • Fantastische tocht, goede organisatie en Schots weer.
  • Ik dineer copieus bij Albert en wordt ‘s-morgens wakker als slachtoffer van een alcohol-vergiftiging. (Sorry, wel van m’n eigen whisky)
  • Dieuwertje, Je krijgt ’n extra verfbeurt, omdat je de schipper weer heelhuids hebt thuisgebracht.
  • Hoera ………Geslaagd voor het eerst en voor ‘t laatst !
  • Het is de hoogste tijd voor een handtekeningenaktie tegen die onverlichte kleretonnen, je zal maar op een polyester bootje varen
  • Bob, Met Sander B. Ik ben nr. 3, doe route 2, vertrokken uit Enkhuizen, geeindigd bij de Chinees.
  • Wat ’n dag, wat ’n gaaf bootje heb ik.
  • Wind 7, soms 8, kruisen, hakken, vloeken.
  • Meer dan ooit blijkt de Breeze een ziel te hebben en me te beschermen. Ik dender door de nacht met 40,8 knoop ware wind. Als het voor de start was geweest was ik nooit vertrokken, maar goed nu kan ik zeggen : Opa heeft vroeger ook nog de 200 myls 1999 meegedaan.
  • mmm, na zo’n dag varen is ‘Struik’ toch de beste kok op aard.
  • Overigens Jan, wil ik je nog eens uitgebreid bedanken voor de fantastische manier waarop jij met jouw 200 myls met zijn unieke formule hebt bijgedragen aan mijn zeilervaring en zelfvertrouwen.  Ik vaar sindsdien regelmatig alleen, ook bij nacht en ontij, zonder er mijn hand voor om te draaien.  Het weekend na de 200 myls heb ik solo een rondje rond Vlieland en Texel gezeild, met een stop in Den Helder. Dat had ik voor de 200 myls niet in mijn hoofd gehaald. Werkelijk ontzettend bedankt daarvoor!

Ingeschreven solo-schippers -1999

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
SZ
Factor
1 1999 1 2 Kees Corts First 305 *1.40 Jean Dix Huizen 103.0
2 1999 2 1 Govert Riksen Friendship 33 *vl.k Rurato Makkum 102.0
3 1999 3 3 Dik Geurts X-102 Idefix Herkingen 91.50
4 1999 4 2 Albert Broshuis Winner 950 Scheerling Ketelhaven 97.50
5 1999 5 1 Gert Vink Pion Diewertje Almere-Haven 100.0
6 1999 6 2 Harm Veenstra Friendship 28 *1.60 J. Leeuwerik Enkhuizen 104.6
7 1999 7 3 Paul Schrier Fellowship 33 Ellship Naarden 109.0
8 1999 8 2 Henk Van Breda Van Breda 38 Batavus Naarden 104.5
9 1999 9 1 Jeroen Groenendijk Contessa 32 Swan of Tuonela Warmond 102.0
10 1999 10 1 Joop Croonen Halberg Rassy 352 Al Wattayah Blocq v.Kuff. 102.0
11 1999 11 1 Arie Nauta Grinde Scarlet Warns 101.0
12 1999 12 1 Gert Reedijk Gib’sea 126 Breeze Ketelhaven 83.30
13 1999 13 1 Hans Pietersma Koopmans 28 Francis Kampen 104.0
14 1999 14 1 Hans de Greeff Alpha 32 Zeeraaf Harderwijk 103.0
15 1999 15 1 Michel Capel Freedom 35 Tumlare Makkum 104.3
16 1999 16 1 Gert Kuik V.d.Stadt 34 Excalibur Blocq v.Kuff. 104.0
17 1999 17 2 Hans Hofstee Victoire 933 *1.80 Onedin Blocq v.Kuff. 99.00
18 1999 18 3 Fokke v.d. Valk Dutch Dandy Douwe Dabbert Monnickendam 116.0
19 1999 DNF 1 Adri Hidding Duetta 94 Con Fuogo Huizen 102.0
20 1999 DNF 4 Jan Luyendijk Jeann.Sun Light 30 Tam Tam Huizen 101.0
21 1999 DNF 1 Ronald Fredriksz Kings Cruiser 33 Quest Medemblik 102.0
22 1999 RET 1 Sander Bakker X 79 X Gray Vlieland 95.50
23 1999 RET 4 Han Beijersbergen Bavaria 37 Anne Sophie Enkhuizen 95.10
23 1999 RET 2 Arie Petrus Egythene 24 Fighter Almere-Haven 108.0
23 1999 RET 2 Jaap Verkerk Comet 910 Stella Filante Ketelhaven 104.0
23 1999 RET 3 Cees Zeilstra Lohi 34 Zeemuis Lelystad 102.0
27 1999 RET 2 Herman Tieman Spirit 28 Nan Blocq v.Kuff. 104.0
28 1999 RET 2 Rodney Clark Dehler 31 Sundancer Huizen 101.0
28 1999 RET 1 Joep Dirkx Waarschip 1/2T *1.65 Razende Bol Lelystad 104.6
28 1999 RET 2 Klaas Kreuze Friendship 28 *1.20 Mon ami Huizen 107.0
28 1999 RET 1 Kees Riemer Gib’sea 84 Poespas Huizen 105.0
32 1999 RET 2 Ad Beringen Ohlson 29 Skua 4 Ketelhaven 106.0
32 1999 RET 2 Bauke Jager Ocean 25 Mira Balk 109.0
32 1999 RET 1 Ed Tuik Vanquard II *1.20 Singly Almere-Haven 111.0
35 1999 RET 1 Martin de Jonge Waarschip 570 Solo Zeewolde 114.0
36 1999 RET 4 Piet Bakker Maxi 77 *1.45 Balder Huizen 108.2
37 1999 RET 1 Lex Sablerolles Victoire 933 *1.45 Friske Huizen 101.1
37 1999 RET 1 Clemens Sanders Dehler 31 Maran Huizen 101.0
39 1999 DNS 1 Hans Althuis Platgat-toren Njord Kampen 107.0
39 1999 DNS 1 Wim Bergman Rheinke S10 Bess Monn’dam 102.0
39 1999 DNS 2 Danker Daamen Dragonfly,(Z.meded.) Passion Enkhuizen 40.00
39 1999 DNS 1 Erik Jan Hardonk Etap 30 Nescio Lemmer 104.0
39 1999 DNS 2 Ed Megens Dehler 34 Lupa Maris Monnickendam 93.50
39 1999 DNS 4 Cees de Wit Scampie 30 Foetsie Baarn 98.50

 

 

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 1999

 


Route 1

Route 2

Route 3

Route 4
haven merkteken mijl haven merkteken mijl haven merkteken mijl haven merkteken mijl
MUIDEN START M 1 0 MUIDEN START M 1 0 MUIDEN START M 1 0 MUIDEN START M 1 0
VOLENDAM GZ 2 11 VOLENDAM GZ 2 11 VOLENDAM GZ 2 11 VOLENDAM GZ 2 11
HOORN NEK 18 HOORN NEK 18 HOORN NEK 18 HOORN NEK 18
LELYSTAD OVD 3 29 LELYSTAD OVD 3 29 LELYSTAD OVD 3 29 LELYSTAD OVD 3 29
DEN OEVER WV 14 58 DEN OEVER WV 14 58 DEN OEVER WV 14 58 DEN OEVER WV 14 58
OUDE SCHILD T 14 73 URK UK 16 80
DEN HELDER MH 2 71 HARLINGEN BS 29 101 HINDELOOPEN H 2 69 STAVOREN VZ 1 94
IJMUIDEN BALOERAN 104 BREEZANDDIJK D3A/J2 122 MEDEMBLIK WP 8 82 HINDELOOPEN H 2 102
DEN HELDER MH 2 137 KORNW.ZAND VF 4 132 URK UK 16 100 MEDEMBLIK WP 8 116
DEN OEVER WV 14 150 BREEZANDDIJK SPORTB 137 BREEZANDDIJK SPORTB 124 BREEZANDDIJK SPORTB 130
MEDEMBLIK WP 8 155 MEDEMBLIK WP 8 150 STAVOREN VZ 1 136 ENKHUIZEN KG 2 148
ENKHUIZEN KG 2 164 ENKHUIZEN KG 2 159 MAKKUM VF 4 150 LELYSTAD OVD 3 163
HOORN NEK 175 VOLENDAM GZ 2 174 ENKHUIZEN KG 2 172 VOLENDAM GZ 2 174
LELYSTAD OVD 3 185 HOORN NEK 181 VOLENDAM GZ 2 187 HOORN NEK 181
BLOCQ V.KUFF BVK 192 BLOCQ V.KUFF BVK 192 BLOCQ V.KUFF BVK 192 BLOCK V.KUFF BVK 192
PAMPUSHAVEN PH 194 PAMPUSHAVEN PH 194 PAMPUSHAVEN PH 194 PAMPUSHAVEN PH 194
FINISH M 1 200 FINISH M 1 200 FINISH M 1 200 FINISH M 1 200

 

 

Verslag door Jan Luyendijk

Prijsuitreiking


De avond voor de start was het al een
gezellige drukte in de Stichtingshaven
voor het Muiderslot

Palaver bij ‘Ome Ko’ in Muiden
met koffie en de appelgebak met slagroom

Voor de start nog even de
groepsfoto van de deelnemers aan
de 200 myls SOLO’ 1999

Op 29 september 1999 werd er, na het Palaver bij ‘Ome Ko’, gestart met windkracht 5 Bf. ZZW met als startschip de tweemaster ‘Allegro’ van schipper Gerard Lenselink. Het was af en toe droog met later wat meer regen en onweersbuien. De temperatuur 16 à 17º Celcius, het zicht 1 à 2 myl. Een visserschip, die er niets van begreep gooide nog even voor de start zijn netten uit tussen de 38 deelnemers, waaruit zich hachelijke situaties voordeden.


Vlak voor de start.

Een uurtje na de start achterom kijkend.
Na de start zeilden de solo-schippers met de ZZW wind mee richting
’t Paard van Marken, de GZ 2 en via de Nek naar de OVD 3.
Veel schippers bleven in de havens van Enkhuizen overnachten.
Zij die doorzeilden naar Den Oever kregen een knallend onweer
over zich heen.
De Rubato zette helemaal door en kwam zelfs tot Stavoren.Op donderdag 30 september bleek, dat vrijwel iedereen voor route
4 had gekozen. 3 Deelnemers namen route 3, wat later een route
bleek met nogalwat kruisrakken daar in.
Een deelnemer nam de route 2, op z’n thuiswater ’t wad.

De wind was Westelijk 5 a 6 Bf. en nam later in de avond toe. De barometer was toen al dramatisch gezakt tot 989 mb.
De tonnetjes werden gerond en dienden te worden gefotografeerd. Het ronden van de juiste merktekens, de tijden daarvan te noteren, het fotograferen lukte niet bij iedere deelnemer, ten nadele van hun wedstrijduitslag.

 

Vrijdag, de 1e. oktober, begon de ochtend met stevige onweersbuien. De wind was toegenomen tot een WZW 7 Bf. De schippers met kleinere jachten met bb motor, die van Hindelopen of Stavoren hun route wilden vervolgen, zagen geen kans hun havens aan lager wal te verlaten en zaten zich behoorlijk te verbijten.


De Jean Dix van Kees Corts
De een hield dus rust, de ander zeilde verder.
Een totaal verspreid veld van zeilers en van genoteerde tijden.
’s Avonds om ca. 23:00 uur finishte de eerste, Govert Riksen met z’n Friendship 33, de RubatoZaterdag 2 oktober, wind 8 Bf. ZW, met uitschieters naar 9+ Bf. Het was gelukkig wel droog.

De Poespas van Kees Riemer

Langzamerhand druppelden op deze stormachtige zaterdag de doorzetters de haven van Muiden binnen.

Op zondag 3 oktober finishten, met een windje 5 a 6 Bf., de laatste schippers en gaven hun logboeken en camera’s af aan opnameschipper Gerard Lenselink, die samen met z’n vrouw voor een prima afsluiting van de wedstrijd zorgdroegen.

Dat het ’n zware wedstrijd was blijkt wel uit het aantal niet gefinishte solisten.
2 Deelnemers moesten zelfs met behulp van de KNRM van het water worden gehaald.
Van de 44 ingeschreven deelnemers waren er 38 gestart en maar 18 gefinisht.


wsv AVOH – Huizen
>Op 13 oktober was de .. 200 myls ‘SOLO’ .. te
gast bij wsv AVOH aan de Oude Haven te Huizen
en vond de prijsuitreiking plaats voor de
solo – schippers
Een terugblik op de wedstrijd, alsmede het
bespreken van de in de race bijgehouden log-
boeken met leuke en minder leuke annekdotes.Door de Stichting Schildpad werd een prijs,
een met de handgemaakt waterschildpadje voor
de grootste doorzetter van de race uitgeloofd.
Fokke was zaterdagmorgen met z’n Dutch Dandy,
de Dauwe Dabbert uit Makkum, met windkracht 8,
volkomen aan lager wal, vertrokken en zeilde
vervolgens de nacht door om ’s zondags nog op
tijd te kunnen finishen !

Fokke v.d. Valk

Alle deelnemers, ook zij die niet finishten of door het ruige weer hadden opgegeven kregen ’t herinneringsplaatje 1999. Talloze gemaakte foto’s door o.a. de deelnemers gingen van hand tot hand. Het was tot vlak voor het einde van de avond (de prijsuitreiking) niet helemaal duidelijk wie de prijzen in ontvangst zou nemen, daar het beoordelen van het logboek, alsmede de controle op de (niet) gemaakte foto’s van de te ronden merktekens voor de deelnemers een onzekere faktor vormden. Uiteindelijk was er duidelijkheid ……………..

3e. Dik, 1e. Kees, 2e. Govert >De trotse winnaar was Jan Kees Corts,
die door het constante trimmen en
blijven trimmen zijn ‘Jean Dix’ naar
een zekere 1e.plaats zeilde.
De prestaties van nr.2 Govert
Riksen was er zeker niet minder om.
Govert liep als 1e. in Muiden binnen.
Dik Geurts, als 3e. zeilde gewoon als
’n tierelier en had verder een perfect
logboek en fotosessie.
Bob en Marco kregen ’n fles, vanwege
inzet inzake de schippersmeldingen/
rescuebegeleiding en resp. internet-
verzorging voorlopige standen/uitslag-
verwerking en foto’s.
Bob, Marco en Jan Luyendijk

Natuurlijk ook voor de start/opnameschipper Gerard Lenselink en echtgenote was er een flesje en resp. bosje bloemen, als dank voor het opvangen van de uitgestreden en gefinishte deelnemers. Tevens was Gerard erg druk met het innen van het havengeld als tegenprestatie voor de drukte in de Stichtingshaven en de gastvrijheid, die havenmeester Rebel te Muiden aan ons …. de 200 myls ‘SOLO’ …. bood.
Tot laat, tot in de kleine uurtjes, toonden de mannen achter de tap van de wsv AVOH te Huizen hun bereidwilligheid om aan de trotse solo-schippers nog een extra glaasje (fris) in te schenken.

Jan Luyendijk – Huizen – 16 oktober 1999

 

Pion nieuws door Gert Vink

Pion nieuws – 1999
door : Gert Vink, S/Y Dieuwertje, Pion

Waarom begin je aan zo iets?

Eén van de vaste deelnemers aan de door ons georganiseerde Eenzame Noord Race, een solowedstrijd van ruim 50 mijl nonstop van Almere Haven naar Broekerhaven en terug, is Jan Luyendijk. Jan heeft het concept van de 200-mijls solo bedacht, organiseerde deze wedstrijd vorig jaar al weer voor de 4e keer en had me bij de Eenzame Noord Race al een paar keer gevraagd om ook eens mee te doen. Ik hou wel van dit soort uitdagingen en bovendien vind ik het plezierig om zo nu en dan eens een poosje alleen weg te gaan. Een paar dagen geen verplichtingen van werk of thuis aan je hoofd en gewoon kunnen doen waar je zin in hebt. Nou ja, doen waar je zin in hebt? Voor zover een wedstrijd daar ruimte voor laat natuurlijk.

Deze 200-mijls kwam daarvoor dit jaar op het goede moment.
“200 mijl solo” lijkt misschien erger dan het is, want het hoeft niet nonstop. Dat mag zelfs niet. Je moet minimaal 27 uur rusten, verdeeld over minimaal 3 rustperiodes van minimaal 6 uur, waarvan er één geankerd moet worden. Extra rusturen worden – in tegenstelling tot eerdere jaren – niet bestrafd zodat je je rusttijd ook nog tactisch kunt gebruiken. Verder zijn de regels ook eenvoudig. Er moet 200 mijl solo worden gezeild waarbij het gebruik van stuurautomaten e.d en iedere zeilvoering is toegestaan. Je kunt kiezen uit 4 routes die tot Den Oever allemaal hetzelfde zijn.
De start is woensdag om 10.00 uur bij Muiden en de finish sluit zondag om 12.00 uur ook weer bij Muiden. Van de boeien die gerond moeten worden en de havens waar wordt gerust moeten foto’s worden gemaakt met de uitgereikte wegwerpcamera (Dat valt tegen!) en er moet een uitgebreid logboek worden bijgehouden. Iedere avond moet je je positie doorgeven en die informatie wordt voor geïnteresseerden op Internet gezet. De einduitslag wordt bepaald door de gezeilde tijd, gecorrigeerd voor de standaard SW en door extra- of strafpunten voor een goed of slecht logboek, gemiste foto’s, motorgebruik, te weinig rust, een deel van de route overgeslagen, niet geankerd e.d.. (Ik ben er overigens nog niet achter hoe het allemaal precies berekend wordt.)

Voor díe 200 mijls vertrek ik dus de avond van dinsdag 28 september richting Muiden om de volgende dag na het palaver bij Ome Ko voor de haven te starten.
De weersverwachtingen zijn niet best. Een onstabiele zuidwestelijke stroming met voor de komende dagen buien, kans op zware windstoten en veel wind. Desondanks liggen er 37 deelnemers aan de start in grootte variërend van 5.70 tot ruim 12 meter. Achteraf gezien werd het voor de kleinere schepen echter een onmogelijke opgave.Met Z-ZW 6 spuit het hele veld naar het noorden. Via Volendam en de NEK naar Lelystad en dan naar Enkhuizen. Op dat rak zakt de wind terug naar een ZW4 en is Diewertje met de werkfok ondertuigd. Schutten in Enkhuizen gaat onverwacht snel en op de motor varend in het Krabbersgat wissel ik de werkfok voor een genua. In de haast en niet goed oplettend blijk ik een oude genua 1 aangeslagen te hebben in plaats van de 2. Ik laat het maar zo. Met een ZW 5-6 gaat het verder naar Den Oever. Intussen trekt het vanuit het westen steeds verder dicht en rond een uur of 6 krijgen we een bui met onweer en meer dan 30 knopen wind over ons heen. Het regent zo hard dat ik een schip op zo’n 200 meter afstand nog maar net kan zien. Er staat nu meer dan genoeg zeil op en ik hoop dat het niet te lang duurt. Net op tijd om de boei nog te kunnen fotograferen klaart het op. Het is mooi geweest voor de eerste dag en net voor donker meer ik af in Den Oever. De eerste 58 mijl zit er op.
Het deelnemersveld is al aardig uit elkaar getrokken en ik schat dat maar ongeveer de helft in Den Oever overnacht. Napraten, logboek bijwerken, bellen, eten koken, weerberichten, nadenken over de route en naar kooi. Het is een buiïge nacht.De routes over de Noordzee en het Wad vallen af door het weer en ongunstig tij. De meerdaagse weersverwachtingen hebben het inmiddels over W tot ZW 7 á 8. Ik besluit tot de route die me de meeste gelegenheid geeft om een haven aan de hoge wal op te zoeken en boodschappen kan doen als ik verwaaid kom te liggen.
Donderdagochtend vertrek ik als een van de laatsten met een windverwachting van Z-ZW 6-7. Zoveel wind komt er echter niet en het wordt een fantastische zeildag met een vrij constante W-ZW 5 met zo nu en dan uitschieters naar 6 en vrij zonnig. Halve wind naar Urk en halve wind terug via Stavoren naar Hindeloopen. Voor het aan-de-windse rak naar Medenblik wissel ik onder de dreiging van buien genua2 voor de werkfok, maar dat blijkt achteraf onnodig. Na één stevige bui klaart het op en zakt de wind terug naar 5 en later 4. ‘t Is heerlijk weer en op de hoge kant zittend en relaxed de boot over de nog even doorlopende steile golven sturend hou ik ondanks de werkfok genoeg gang en hoogte om de Wagenpad8, de boei die bij Medenblik hoort, te bezeilen.
Een paar van de andere deelnemers in de buurt gaan nog door richting Breezanddijk. De wind is gunstig maar vanuit het westen trekt de lucht langzaam zwart dicht en het loopt tegen de avond. Ik voel er niets voor om in het donker met buien en toenemende wind een mij onbekende vluchhaven aan te lopen en ik neem de extra mijlen naar Medenblik voor lief.
’s Nachts trekt de ene na de andere bui over en giert het door het want. Ik ben blij dat ik in de veilige beschutting van de binnenhaven lig. Het weerbericht de volgende ochtend is W-ZW 6 á 7, mogelijk 8 en in buien kans op zware windstoten. Er komen een paar andere deelnemers op de koffie en met z’n vieren overleggen wat we gaan doen.
Het volgende weerbericht meldt wegtrekkende buien en er is geen sprake meer van windkracht 8 zodat ik besluit om toch richting Breezanddijk te gaan. De drie anderen korten in en gaan rechtstreeks naar Enkhuizen.
Met een dubbel rif en de werkfok en uiteraard – zoals alle dagen – met een reddingsvest om en aangelijnd, zeil ik in de loop van de ochtend de haven uit. Met de vrij constante 6 á 7 bakstagwind is de boot uitstekend te sturen en het gaat hard. De snelheid loopt regelmatig op naar een dikke 8 knopen. Het log geeft later een max aan van 9.2. Alleen in een bui waarin de wind toeneemt tot meer dan 40 knopen kost het moeite om de boot op koers te houden.

Buiten de beschutting van de hoge wal bouwen de golven flink op met soms kuilen van naar schatting wel bijna twee meter. Bruisend lopen de golven achterop en zo nu en dan probeert er eentje binnenboord te klimmen maarDieuwertje wipt iedere keer weer op tijd haar kont omhoog en glijdt dan schuimend in het dal tot de volgende golf haar weer optilt en surfend vooruit stuwt. Het is eigenlijk schitterend zeilen, maar tegelijk ben ik me er wel scherp van bewust dat er onder dit soort omstandheden geen enkele ruimte is voor onvoorzichtheid of fouten.
Gelukkig is er GPS want de kleine SportB bij Breezanddijk is tegen de drukke achtergrond van de afsluitdijk in deze uithoek van het IJsselmeer maar lastig te vinden. Een foto en dan met een knik in de schoot richting Enkhuizen. ‘t Gaat nog steeds hard en een andere deelnemer met een Bavaria37 heeft vrijwel het hele stuk tot Enkhuizen nodig om de achterstand van ruwweg en halve mijl goed te maken. Het IJsselmeer maakt ook wat goed en sproeit nu regelmatig grote wolken buiswater over de boot. Uiteraard iedere keer als ik net mijn capuchon weer heb afgedaan.
Het waait een vrij constante ZW 6 en op het laatste moment besluit ik om onder de hoge wal ten noorden van de dijk nog door te gaan naar Lelystad. Tegen de tijd dat ik om het Enkhuizerzand heen ben is de wind echter gekrompen, is Lelystad niet meer bezeild en wordt het hakken tegen een nare korte golfslag in. Het is dan ook al weer zes uur als ik moe afmeer in de Houtribhaven. Ik heb 163 mijl van de route gehad en geniet van een heerlijk warme douche.

De zaterdag begint slecht. Zelfs in de beschutting van de jachthaven waait het hard en van het weerbericht met W-ZW 7-8, buien en zware windstoten en het rak naar Volendam voor de boeg wordt je ook niet vrolijk. Met een boek bij de marifoon en zo nu en dan een telefonisch weerbericht is het afwachten. Via de marifoon hoor ik ook dat Jan Luyendijk op het Markermeer in moeilijkheden is geraakt en dat zijn “TamTam” water maakt. Gelukkig is de KNRM op tijd bij hem en kan zijn boot in Enkhuizen op de kant worden gezet.
Begin van de middag veranderen de weerberichten: W-ZW 6-7, later afnemend 4-5 en in de avond en nacht mogelijk weer toenemend 7 met kans op onweer. Dit is een kans om de wedstrijd alsnog uit te zeilen. Tegen de tijd dat ik de sluis door ben en bij de zuidelijke uitloop van het Oostvaardersdiep onder zeil ga is de wind al flink afgenomen. Geleidelijk krimpt hij ook wat naar ZZW zodat Volendam net bezeild is. Dan bijna plat voor de wind weer naar het noorden naar de NEK en daarna met lange en korte slagen kruisend naar de Block van Kuffeler. Met een voet sturend probeer ik in het donker de BVK op een paar meter te passeren en in de zoeker te krijgen om een flitsfoto te maken.
Het is helder weer en met een schitterende sterrenhemel boven me is de verleiding groot om door te zeilen naar Muiden. Omdat ik eigenlijk nog een rustperiode moet ankeren loop ik toch de Block binnen. Het anker wil echter in de slappe modder niet houden, zodat ik uiteindelijk afmeer langszij een andere boot in de nieuwe jachthaven. Ik heb geen zin meer om alsnog naar Muiden te zeilen.
Zondagochtend zeil ik met een ZW 6 de laatste 8 mijl naar Muiden. Het is na de nachtelijke buien mooi helder weer en ik heb het eerste uur voor zover ik kan kijken het hele Markermeer voor mij alleen. Als Diewertje en ik om 9.59 uur de havenlichten van Muiden passeren hebben we volgens het log vanaf de start 225 afgelegd. Het is gelukt.

Anderhalve week later bij de prijsuitreiking in Huizen zijn bijna alle deelnemers aanwezig en wordt ook aan alle deelnemers aandacht besteed. Van de 37 gestarte schepen blijken er uiteindelijk 17 de 200 mijl reglementair te hebben gezeild en ben ik tot mijn verrassing 5e geworden. In Huizen hebben ze natuurlijk ook bier en in een plezierige sfeer wordt er uitgebreid nagepraat en uiteraard worden de verhalen daarbij ook steeds sterker.
Complimenten voor de organisatie en wat mij betreft volgend jaar weer, maar dan toch liever met wat minder wind.

Gert Vink – Dieuwertje – Almere Haven

Grenzen verleggen door E. Daamen

Grenzen verleggen

Uit ‘De Drietand’ Oktober 1999 ‘Solo’ ?“Waarom doe jij niet mee met de 200 myls ‘SOLO’ ?”
Die vraag zette me opnieuw aan het denken over het thema ‘grenzen verleggen’.
Ik heb nog nooit ‘alleen’ gezeild.
Althans niet met m’n eigen zeiljacht, niet op het IJsselmeer, niet op zee. ‘Alleen’ handelingen verrichten, terwijl er elders aan boord vertrouwde bemanning aanwezig is, is toch heel anders dan ‘alleen aan boord’ alles doen. De haven uit, hijsen, trimmen, navigeren, corrigeren, koken, logboek bijhouden, weerberichten bijhouden. Schrikken en weer van de schrik herstellen. genieten en het genot verwerken, snel in aktie komen of juist heel lang volhouden en geduld tonen.
In mijn gedachten laat ik het allemaal door me heen gaan. Wind en water, de elementen van de zeiler, boezemen me tegelijk ontzag in en ik realiseer me, dat ik aan die solo-stap niet toe ben. Maar het laat me niet los. Ik ging eens toch ook van Friesland naar het IJsselmeer ? Van IJsselmeer naar wad ? Van wad naar zee ? Van dag naar nacht ? Wanneer nu eens van ‘samen’ naar ‘solo’?
Ik schrijf me niet in, maar volg in mijn gedachten de mij bekende deelnemers. Ik bel m’n mede-Drietand-redacteur, hoe het hem vergaat. Ik rij van kantoor naar huis langs het IJsselmeer en zie de buien naar beneden denderen, hoor de windwaarschuwingen tot 9 Bf oplopen.
Hoe zou ’t zijn ??
Thuis volg ik de race op Internet.
Ik surf langs deelnemers, routes en uitslagen.
Verdorie, denk ik, die durven ! Waarom zit ik er niet bij ?
Ik weet, dat ik er (nog) niet aan toe ben, begin te mijmeren en te beschouwen.
Groeien gaat met sprongen. Grenzen verleggen ook. Soms verleg je ze snel na elkaar, en verplaats je de grens heel ver. En dan heb je wellicht een lange periode nodig van nieuwe gewenning, gewoontevorming, opdoen van ervaring. Je voorbereiden op een volgende sprong, of juist ervaren dat deze grens niet verlegd kan worden, of dat je dat niet wenst…..
Overpeinzingen en Internet vormen voorbereidingen voor het verleggen van mijn grenzen.
Wanneer ik ‘Solo’ ga ? Ik weet het niet ……………………………………..

E.D.

 

IJsselemeerberichten door Joep Dirkx

e-mail-adres : vbij@worldonline.nl
VERENIGING TOT BEHOUD VAN HET IJSSELMEER
Postbus 1,
1135 ZG Edam,
Tel: 0299-371351

Solozeilers in moeilijkheden tijdens 200 mijls

door Joep Dirkx,
gepubliceerd in ‘Zeilen’ november ’99

In barre weersomstandigheden tijdens de vierde ‘200 mijls ‘SOLO’ zorgden voor een record aantal uitvallers. Enkele deelnemers raakten in moeilijkheden en moesten hulp inroepen, waaronder organisator Jan Luyendijk zelf.
Terwijl hij in een stormachtige wind richting Muiden zeilde, kreeg hij een lijn in z’n roer en schroef. Toen bleek dat hij bovendien veel water maakte, sloeg hij alarm.
De reddingsboot van Enkhuizen rukte uit en sleepte het stuurloze jacht binnen.
Later bleek dat de schroefas finaal uit het schip was getrokken.Een andere deelnemer raakte bij Breezanddijk verstrikt in visnetten. Die remden z’n boot zo bruusk af, dat een flinke klapgijp volgde.
De schipper verwondde daarbij z’n hoofd ernstig en hij werd door redders naar het ziekenhuis in Den Helder afgevoerd.Daags na de start in Muiden op woensdag 29 september stopten al enkele deelnemers. Maar vooral de stormachtige wind op zaterdag was voor veel deelnemers aanleiding om de handdoek in de ring te gooien,
Ruim de helft van de 38 gestartte schepen haakten uiteindelijk af.Slechte weersomstandigheden zijn bijna een traditie bij de ‘200 mijls solo’.
Desondanks was de belangstelling dit jaar erg groot, “Ik had er wel honderd kunnen inschrijven” aldus Luyendijk, die echter het maximaal aantal deelnemers op veertig had gesteld.
De deelnemers mogen uit 4 routes kiezen.
De tonnen, waarlangs die zijn uitgezet, moeten ze tijdens het ronden zien te fotograferen. Bovendien worden ze geacht een administratie bij te houden, die ambtenaren van de belastingsdienst rode koontjes zou bezorgen.
Dat alles om te controleren of ze ook werkelijk het hele traject hebben gezeld.
Van de schepen die daar wel in slaagden, liep de eerste al in de nacht van vrijdag op zaterdag Muiden binnen.Joep Dirkx

 

 

Hanneke Kijlstra, Waterkampioen

 
 
 
 
 

 

 

De 200 mijlen van de Douwe Dabbert – door Fokke v.d. Valk

Gedeeltelijk gepubliceerd in de Waterkampioen, 5 november 1999
donderdagmorgen (30 september 1999)

Zojuist m’n positie in de kaart gezet: 52° 55′ 4 Noord 05° 09′ 2 Oost. De GPS geeft aan dat het nog 8 mijl is op een koersje van 74° naar de H2W1, een keerton bij Hindelopen en Workum. Volgens het apparaatje varen we 5,8 knopen op een koersje van 83°. Ik lig over bakboord met een Zuidenwind en hou wat extra hoogte. De log zegt trouwens 4,8 knopen.
Over een minuut of tien wordt het oppassen geblazen. We zijn dan ter hoogte van het van rijkswege geplaatste onverlichte obstakel “V17”.
Het wordt hoog tijd voor een handtekeningenaktie tegen die onverlichte kleretonnen.
Die dingen horen in het Zuiderzeemuseum. Je zal er maar op varen met je polyester bootje. Moeten er soms eerst dooien vallen? Ik heb liever dat de heren de schuilhavens op diepte houden.
Het weerbericht donderdagochtend: actuele wind Lelystad Zuid vijf, verwachting Zuid-Zuidwest vijf à zes.

woensdag (29 september 1999)

Gisteren was een mooie zeildag.
Tijdens het palaver (schippersvergadering) in cafe Ome Ko was er traditioneel appelgebak met slagroom.
Net als de vorige keren was ik ook nu pas in de nacht van dinsdag op woensdag te Muiden gearriveerd. Na een korte nachtrust is het lastig op gang komen.
Eigenlijk heb ik al een achterstand nog voor de race begint.
Tijdens de briefing ook nu maar weer een uitsmijter (ham-kaas meegebakken) laten aanrukken.
De start van de 200 myls is bijna altijd met het windje achterin. Bovenwinds van de startlijn zet ik het grootzeil en dub tussen de genua en de spi. Wat doen de anderen? Terwijl ik met blote billen boven de emmer hang tuur ik door de verrekijker.
Dick Geurts ken ik als iemand die er niet voor terugdeinst solo een stukje te spinakeren. Dit keer zie ik nergens een slurf in de voordriehoek hangen.
Als één van de laatsten ga ik over de startlijn. Met de genua bak uitgeboomd geeft de log regelmatig waarden boven de de zes knopen.
Fokke ontvangt de
doorzettersprijs

Tot het paard (de vuuroren van Marken, bekend van de Heineken-winterreclame) win ik aardig terrein. Net achter het paard heb ik nog even een betonblok te pakken. Met de genua tegen ben ik gauw weer los. Op het stuk naar Volendam (MN1GZ2) wordt het wat ongemakkelijk met zoveel zeil.” Ik wil genua liefst laten staan vanwege het ruime rak naar de NEK-boei.
Halverwege NEK moet de genua voor de grote fok gewisseld worden.
Van NEK (bij Hoorn) vaart de kudde naar de OVD3 (Oostervaardersdijk ) bij Lelystad.
De Douwe Dabbert gaat gelijk op met twee polyester boten van 24 en 25 voet. Deze Dutch Dandy (8 meter staal) naar ontwerp van G.W.C. Baron van Höevell is zeker een ton zwaarder. Als eerste rond ik de OVD3.
Als ik halverwege het ruimwindse rak naar Enkhuizen aan de warme chocomel zit, zie ik dat de “Fighter” van Arie Petrus z’n naam eer aan doet: Hij reeft uit. Het enige dat ik er tegenover kan stellen is de grote genua maar in de verte pakken zich donkergrijze wolken samen. Als daar wind onder zit wordt de boot gauw onhandelbaar. Met nog een uur gaans naar het Krabbersgat geloof ik het wel.
De grijze wolken blijken wél regen maar geen wind te brengen. Uiteindelijk gaat toch weer die grote lap omhoog waardoor ik als tweede bij de sluizen aankom. Na de sluis laat ik de wedstrijd even voor wat het is. De drie boten uit de achterhoede die gelijk met mij geschut werden gaan direkt door naar het IJselmeer. De Douwe Dabbert dobbert dan inmiddels op een lange lijn aan lij van de steiger bij de spuisluizen.

Uit de denkbeeldige toverknapzak diep ik een Struik-maaltijd op. Genietend van een rode wijn hoor ik de regen op het dek kletteren.
Nadat ik lekker gegeten en gedronken heb zet ik in de stromende regen zeil.
Als ik het IJselmeer op ga keert Martin de Jonge met zijn Waarschip 570 net terug. Ik kan me dat goed voorstellen want het onweert zo hier en daar en het is bijna donker. Onder m’n stalen buiskap heb ik daar toch minder last mee.
In de stromende regen zeil ik naar Den Oever. ’s Avonds om tien uur gooi ik daar het grote anker erin.

vrijdag (01 oktober 1999)

Gisteravond heb ik om zeven voor één ’s nachts de “Sport B” gefotografeerd. Daarna bij Breezanddijk naar binnen en afgemeerd langszij een beroeps-sportvisser.

Om half zes wordt ik wakker van iets wat aan dek klappert. Buiten gaat het flink te keer. In de stromende regen zet ik nog een extra elastiekje om een zeil. Dan weer pitten.
’s Ochtends spreek ik Michel die meedoet met zijn 38-voets wishbone getuigde tweemaster. Tevreden vertel ik hem hoe ik gister in drieënhalf uur het rak van de WP 8 naar de Uk 16 gevaren heb. Da’s toch een stuk van twintig mijl. De tweemaster zette op dit ruimewindse rak af en toe tien knopen op de klok, maar wil aan de wind niet zo best, aldus Michel.
Van hem verneem ik dat een andere deelnemer twee rake klappen van de giek heeft gehad en in het ziekenhuis van Den Helder is opgenomen.
Ik kruip nog even in m’n kooi en wordt pas tegen elven weer wakker. De wind giert door het want. Dat wordt een ruig dagje zeilen, eerst maar ‘ns stevig ontbijten.
Als ik de boot bijna ‘shipshape’ heb, komt de beroepsvisser vragen of ik iets van die andere zeilboot weet. Samen verhalen we de Dehler van de onfortuinlijke solozeiler. Als zaterdag de sportvissers komen kan deze vrijbuiter die al vijfentwintig jaar in Breezanddijk woont ten minste met z’n gasten uitvaren.
Binnen zet ik twee reven. Buiten hijs ik de werkfok. Het rak naar Staveren is bij de wind. Ik moet vrijwel direkt het derde rif zetten. Eigenlijk had ik in de haven de grote fok van de reling moeten halen en de stormfok klaar moeten hangen. Het kan maar nodig zijn. Voor is het een natte boel.
Pas als ik op het rak van Staveren naar Kornwerderzand ruime wind vaar wissel ik deze twee zeilen. Nu heb ik het dan toch voor elkaar: al m’n voorzeilen zijn nat.
In Kornwerderzand aangekomen, meer ik in de voorhaven van de Lorentz-sluizen aan een steiger in de luwte van de dijk.
Vanuit een telefooncel aan de sluis geef ik m’n positie door, zodat Marco Luyendijk, die op de internet-site van de 200 myls kan zetten. Dan eten en m’n dagboek inkloppen. Vanavond om tien uur naar bed.
Morgen wil ik bij dagenraad uitvaren.

zaterdag/zondag (02 otober/03 oktober 1999)
Twee dagen voor de wedstrijd heb ik bij de zeilmaker een nieuw grootzeil en een grote fok afgehaald. Het doek is zwaarder dan van het oude zeil. De grote fok (of is het een kleine genua?) heeft een wat hoog uitgesneden schoothoek, zodat er niet zo snel golven in vallen en er vanonder de buiskap probleemloos uitkijk gehouden kan worden.
Met het oude grootzeil lag de boot met werkfok en het derde rif bij windkracht zeven mooi in balans. Voor als er meer wind staat heeft het nieuwe grootzeil een vierde rif. Ik verwacht dat dat goed met de stormfok gecombineerd kan worden.
Qua weer wordt ik tijdens deze 200 mijls op m’n wenken bediend: als het een beetje doortocht wordt het tobben op de kleine polyester boten die m’n directe concurrenten zijn. Met staal heb je dan minder last. De wind zit in de Zuidwesthoek, kracht zeven met mogelijk acht beaufort in de nanacht en ochtend.
Kornwerderzand is met dit weer het Noordoostelijke puntje van de trechter. Het experiment van vanochtend moet antwoord geven op de vraag of onder deze omstandigheden van lagerwal weggekruisd kan worden.

Merktekens, gefotografeerd door Fokke met de meegekregen Kodak wegwerpcamera

Een uur voor dagenraad loopt de wekker af en na een uitgebreid ontbijt haal ik de werkfok van de reling en zet ik de smeerreep van het vierde rif door. Direkt buiten de havenhoofden de hijs ik de stormfok. De motor laat ik in z’n vrij stand-by staan.
Om drie over negen ben ik weer bij de VF4. In het begin moet ik korte slagen maken.
Bij Makkum is het ondiep en onder de afsluitdijk is een visserijgebied waar netten kunnen staan.
Om vijf over tien loop ik kort boven de VF7 en de VF10 langs. In een uur tijd heb ik krap twee mijl naar het Zuiden gewonnen.
Ongeveer tweeënhalve mijl Oost van Breezanddijk wordt ik enkele keren door grotere golven enigszins op m’n zij gedrukt waardoor water over de kuiprand loopt. De RVS M10-moeren waarmee de bakskistenluiken gezekerd kunnen worden zijn onder deze omstandigheden geen overbodige luxe. Vlak voor de golf dwars in komt loef ik nu telkens op om aan de achterkant van de golf weer af te vallen.
Soms lijkt het alsof ik op deze manier wat weinig snelheid heb. Ik heb de motor weer stand-by, maar hij hoeft niet in de versnelling.
De wind geeft minder problemen. Bij windstoten beeft het tuig, maar niet op een manier dat ik me ernstige zorgen maak.
De boot ligt goed op het roer en je kan je een stuurfoutje veroorloven. Gelukkig heb ik deze gevaarlijke golven niet langer dan een uur. Daarna kan ik de stuurvaan weer inschakelen om is beneden te gaan kijken.
Om half twee heb ik Staveren dwars en kan er uitgereefd worden. De stormfok gaat neer en de werkfok komt er weer voor.
De tien mijl naar het Zuiden zijn in vierenhalf uur afgelegd. De schipper is doorweekt. Het vermogen om bij hardere wind van lagerwal te kunnen wegkomen c.q. vrij te blijven is een veiligheidsfactor die gekend moet worden.
Op het stuk naar Enkhuizen zet ik later toch weer een rifje. De windverwachting is op dat moment vijf à zes.
In de Krabbersgatsluizen spring ik even op de wal om m’n positie aan de organisatie door te bellen.
Na de sluis, aan de remming, eet ik bruine bonensoep en tosti’s. Een losgeschoten harp van het vioollok van de grootschot wordt eenvoudig vervangen. Aan de remming hijs ik het grootzeil met twee reven. Met de werkfok erbij (motor stand-by) zeil ik in de avondschemering de haven uit. Daarna volgen een paar korte slagen om enerzijds niet tussen de onverlichte tonnen van de aanloop van Enkhuizen te komen en anderzijds vrij te blijven van het Enkhuizerzand en het visserijgebied waarvan het begin door de onverlichte staak “V13” wordt gemarkeerd.
Om kwart over tien zet ik bij Wijdenes het derde rif.
Na elven flits ik de boei “NEK”. Als ik de passage in mijn logboek noteer kom ik er achter dat ik in tegenstelling tot de voorgaande jaren direkt naar de MNGZ2 had gekund.
Het wordt een nachtje doorhalen om op zeker tijdig te kunnen finishen. Ik had me nog wel zó voorgenomen nu eens een 200 mijls te varen waarbij ik alle nachten in m’n warme slaapzak zou liggen.
De hemel vertoont grote open plekken met goed zichtbare sterren. Voorts zijn er velden sluierbewolking op grote hoogte. Regelmatig licht het in de verte op. Bliksemschichten zie ik echter niet. Het onweert daarboven. Gerommel hoor ik evenmin. Wellicht speelt dit alles zich af op een afstand van tussen de vijftig en honderd kilometer. Ik vraag me af of ter plaatse de bliksem überhaupt wel de aarde treft. Het gaat de hele nacht door.

Na de MN1GZ2 bij de ingang van de Gouwzee gaat het bij de wind naar de BVK bij “De Blocq van Kuffeler”, een schuilhaven aan de achterkant van Almere. De hiermee gemoeide 5,3 mijl worden in een uur en zeven minuten afgelegd.
Met het vinden van de boei PH (bij Pampus Haven) verlies ik al gauw drie kwartier. Het is maar goed dat niemand me heeft kunnen horen.
’s Ochtends om tien voor zes fotografeer ik dit kreng dat slechts één keer in de tien seconden een flits geeft. Daarna reef ik uit en kruis ik over het IJmeer langs Pampus.
Het start- en finishschip roep ik op deze vroege zondagochten één keer op. Als ze niet reageren laat ik ze lekker uitslapen.
Om zeven over acht fotografeer ik de M1 bij Muiden. Daarna nog een kiekje van m’n zeilen en dan maak ik de boot klaar om af te meren. Het regent ondertussen stevig.
Na in Muiden te hebben gedoucht en gezellig aan boord van het startschip onder genot van koffie te hebben bijgepraat verlaat ik de haven.
Op het IJmeer gaat het anker over boord om eerst een behoorlijke uil te knappen.

Groetjes,
Fokke
DD-Team