Title Image

200 MYLS 'SOLO'

Verslag 1997 (2)

Oude koeien van 1997

  • Vanaf het begin van de wedstrijd deed m’n motor ’t niet goed meer en ben ik daarom niet meer aan de wal geweest. Al m’n rustperiodes heb ik dus geankerd. Toen ik op de terugweg een mistig Markermeer opvoer, doemde er ineens zo’n zandhopper voor me op. Ik praaide hem en vroeg hem m’n positie, ….. een kop koffie en ….. de mogelijkheid om even te douchen.
  • Bij Urk ging ’t met het NW windje wel tekeer. Ik hoefde me bijna niet meer te scheren na die klapgijp.
  • De ‘Ann Sophie’ had niet alleen met de route vooruit te maken, maar ook nog met de extra handicap, dat z’n vriend met ’t jacht de ‘Jean Dix’ hem 3 dagen lang, op het handje sturend, in ’t kielzog bleef volgen. Als Han even de stuurautomaat aanzette, zag hij Kees weer dichterbij komen.
  • Met windstoten 34 en 36 knopen, besloot ik maar m’n a/d windse koers Noord West 7 Bf. naar Den Oever af te breken. In Stavoren zat ik me dus behoorlijk op te vreten. Maar met m’n Maxi 77, had ik achteraf toch wel een lekker gevoel, dat ik de boel had heelgehouden.
  • Het was voor mij en m’n ‘Idefix’ het dagje wel met een Noordwester 7/8 Bft. “Ik begrijp niet, dat ik helemaal uit Herkingen hier naar toe ben komen zeilen om dit mee te maken. Maar Jan, ik meen het echt: “Bedankt, dat ik mee mocht doen”.
  • Een heerlijke tocht met alle weertypes in beeld. Ik had me vast voorgenomen om de route visa versa IJmuiden te pakken, maar ik vroeg me af hoe ik met NW 7 Bft. van Den Oever naar Den Helder moest komen. In ieder geval was de IJsselmeer-route voor mij een fantastische happening en uitstekend georganiseerd, ook qua palaver en routes .
    Een verstandig besluit om na het tragische bericht van het overlijden van Wim Lensink, door een hartstilstand, deze 200 myls ‘SOLO’ af te breken.

Ingeschreven solo-schippers – 1997

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
SZ
Factor
1 1997 1 1 Jan de Ruiter Dynamic 37 Explosion Lelystad 91.10
2 1997 2 2 Han Beijersbergen Bavaria 37 Anne Sophie Enkhuizen 94.20
3 1997 3 1 Kees Corts First 28 Jean Dix Huizen 99.90
4 1997 4 1 Dik Geurts X-102 Id‚fix Herkingen 92.30
5 1997 5 2 Jan Luyendijk Jeanneau Sunlight 30 Tam Tam Huizen 101.0
6 1997 6 2 Cees de Wit Scampie Foetsie Baarn 101.0
7 1997 7 1 Cees Zeilstra Lohi 34 Zeemuis Muiderzand 102.0
8 1997 8 1 Henk van Breda Colin Archer 38 Batavus Naarden 106.0
9 1997 9 1 Klaas Kreuze Friendship 28 Mon ami Huizen 107.0
10 1997 10 1 Paul Schrier Fellowship 33 Ellship Naarden 109.0
11 1997 11 1 Arjan Goudsbloem Dufour 1800 Allure Huizen 110.0
12 1997 12 2 Piet Bakker Maxi 77 Balder Huizen 111.0
13 1997 13 1 Fokke v.d. Valk Dutch Dandy Douwe Dabbert Monnickendam 116.0
14 1997 DNF 1 Arnold van Lottum Kolibri 560 Lotje Nijmegen 116.0
15 1997 DNF 1 Wim Lensink ->I.M.<- Scorpio Fluch Best of Life Huizen 116.0
16 1997 RET 1 Hans Borremans Friendship 28 Fuut Huizen 107.0
17 1997 DNS 1 Hans Ykema Dehler 31 Twirre Huizen 101.0

 

 

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 1997

 

Route-keuze nr 1 =haven-merkteken-afstand in mijlenMUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
URK-UK16-080,
STAVOREN-VZ1-094,
HINDELOPEN-H2-102,
MEDEMBLIK-4WINDMOLENS-116,
BREEZANDDIJK-SPORTB-130,
ENKHUIZEN-KG2-148,
LELYSTAD-LS-163,
VOLENDAM-GZ2-174,
HOORN-NEK-181,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.
Route-keuze nr 2 =haven-merkteken-afstand in mijlenMUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
OUDE SCHILD-T14-073,
HARLINGEN-BS29-105,
KORNWERDERZAND-VF4-133,
BREEZANDDIJK-SPORTB-138,
MEDEMBLIK-4WINDMOLENS-152,
ENKHUIZEN-KG2-161,
HOORN-NEK-181,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.
Route-keuze nr 3 =haven-merkteken-afstand in mijlenMUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
DEN HELDER-MH2-071,
IJMUIDEN-BALOERAN-104,
DEN HELDER-MH2-137,
DEN OEVER-WV14-150,
MEDEMBLIK-WP8-155,
ENKHUIZEN-KG2-165,
HOORN-NEK-175,
LELYSTAD-LS-185,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.
Route-keuze nr 4 =haven-merkteken-afstand in mijlenMUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
DEN HELDER-MH2-071,
IJMUIDEN-BALOERAN-104,
SCHEVENINGEN-SCH-133,
IJMUIDEN-NH-158,
O.SLUIZEN/SCHELLINGW.-P19-176,
VOLENDAM-GZ2-186,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.

 

 

De 200 myls ‘SOLO’

door Cees Zeilstra (Kersteditie van de Nederlandsche Vereniging van Kustzeilers )

IEDER VOOR ZICH EN ….

Dit jaar had ik veel zin om een solo wedstrijd te varen, zodoende had ik mijn “Zeemuis” (Lohi34) en mijzelf ingeschreven voor de 200 myl’s solorace over IJsselmeer, en eventueel de Wadden en Noordzee. Start was gepland in Muiden op woensdag 1 oktober om 10.00 uur, vooraf gegaan door een palaver om 09.00 uur met briefing en koffie met gebak bij Ome Ko. Organisator is Jan Luyendijk op privé basis.
Het logboek moest zeer nauwkeurig worden bijgehouden en is een belangrijk attribuut voor het berekenen van de winnaar. Ook kreeg elke deelnemer een fotocamera met flits mee met de opdracht de merktekens van de te varen baan ( boeien ) binnen een straal van 5 meter op de foto te nemen. Na Den Oever kon men kiezen uit 4 routes, Scheveningen, Ijmuiden/Den Helder, de Wadden en het Ijsselmeer. Totale rusttijd moest minimaal 27 uur zijn, voor meer rusturen gelden er strafmijlen. Ook was er een verplichte rust voor anker.
Aantal deelnemers was om en nabij de 18 schepen, variërend van een Dynamic 37 tot een Kolibrie. Weerberichten waren niet al te best, regen en NW wind oplopend tot 7/8 Beaufort, maar de stemming was best en onderling was de sfeer uitstekend. Iedereen wist precies waar hij aan begon, organisatie was perfekt, seinvlag nr.1 in het achterstag, er kwam bakken wind aan dus wat wilde je nog meer.
De eerste dag begon met druilerig weer en W4 die spoedig aantrok tot een dikke 5. Na enkele rakken gevaren te hebben ging ik om 16.00 uur door de sluizen van Enkhuizen. Met een ruimende NW7 kwam ik om 21.45 in het donker in Den Oever aan. Een van de boeien die ik moest ronden was de WV14. Dat was niet bepaald makkelijk voor een behoorlijk kleurenblinde als ik, om die boei in het stikke donker, tegen een achtergrond van allerlei andere lichtjes, te verkennen en op de foto te zetten.

De volgende dag woei het hard, NW 7/8, zeilvoering was 2 riffen en high aspect. Voor de wind naar Urk werden de paar laatste haren die ik op mijn hoofd heb er bijna afgeschoren door een geweldige ongewilde gijp, geen schade maar wel de schrik in de benen. Vrijdag was het weer druilerig met eerst weinig wind en later WNW 4. Ik moest nog een 50 mijl varen en kon dus zaterdagochtend finishen.

Toch is deze wedstrijd op vrijdag om 15.20 uur afgeblazen, niet vanwege het weer maar omdat één van de deelnemers tijdens de wedstrijd was overleden. Via kanaal 10 en 1 (met dank aan de betr.instanties) werden de deelnemers op de hoogte gebracht van deze vreselijke gebeurtenis en de wedstrijd werd gestaakt.
Later in de vertrekhaven Muiden, werden wij op de hoogte gesteld waar het ongeluk gebeurd was. Op de 1e dag van de wedstrijd is deze markante zeiler aan een hartstilstand overleden in de voorhaven van het sluiscomplex bij Enkhuizen. Zijn schip werd die woensdag al opgemerkt door een passerende vrachtschipper die het vreemd vond dat dit schip met draaiende motor vast zat in de modder bij de ankerplaats aldaar zonder iemand aan boord te zien. Toen dezelfde schipper 2 dagen later weer de sluis passeerde voor de terugtocht, lag het scheepje nog steeds op dezelfde plek met stationair draaiende motor. Nadat de waterpolitie gealarmeerd was werd het lichaam van de onfortuinlijke schipper van boord gehaald.

Wat mij verontrust en verbaasd is dat niemand ter plekke iets heeft opgemerkt van dit drama. De deelnemers aan de wedstrijd waren allemaal de sluis al gepasseerd toen het betreffende schip arriveerde, maar er zijn daar diverse scheepswerven gericht op de watersport, veel scheepsverkeer, maar niemand is het kennelijk opgevallen dat een schip met draaiende motor 2 dagen en nachten in de modder vast zat in de voorhaven van de drukste sluis van Nederland! Sluiswachters kijken kennelijk ook niet verder dan de sluisdeur vanuit hun riante uitkijktoren, kortom niemand die iets gezien heeft of althans niet de moeite heeft genomen polshoogte te gaan nemen. Op het Nederlandse water is het dus ook geworden: ieder voor zich en god voor ons allen…

Ik vind dit een droeve zaak voor de watersport in het algemeen, die toch al door de steeds grotere aantallen schepen vaker de sfeer ademt van onze snelwegen: file / haast / geen manieren / desinteresse ( uiteraard uitzonderingen daargelaten).

Als fervent solozeiler word je daar vaak mee geconfronteerd. Toen ik in mijn thuishaven weer terugkeerde na deze dramatische gebeurtenis, stond er een man op de steiger, op 2 meter afstand, te kijken welke problemen een solozeiler kan hebben om een 34 ft scheepje in een onbeschutte box te wurmen met een harde dwarse wind, let wel ; zonder één hand uit te steken! Ik heb mij er al op getraind om mijzelf er niet meer aan te ergeren, toch kon ik het niet laten om te vragen of die man last had van koude handen….

Ondanks dat het op de tweede dag afzien was, bleef de schade bij mij aan boord beperkt tot een flinke scheur in de genua, bij andere schepen waren verschillende zeilen ook gescheurd, de Kolibri verloor haar roer en 1 schipper kon niet meer doorvaren vanwege pijn in de rug.

Uiteraard doe ik volgend jaar weer mee, al is het alleen om dat clubje maffe zeilers weer te ontmoeten.

Cees Zeilstra,
“Zeemuis”

Uitslagen 1996 (1)

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
SZ
Factor
1 1996 1 1 Han Beijersbergen Contest 31 HT Galathea Enkhuizen 103.0
2 1996 AFK 1 Piet Bakker Maxi 77 Balder Huizen 112.0
3 1996 RET 1 Jan Luyendijk Jeanneau Sunlight 30 Tam Tam Huizen 101.0
3 1996 RET 1 Cees de Wit Scampie Foetsie Baarn 101.0
3 1996 RET 1 Piet van der Zwaan Selecta 31 Zwaantje Huizen 102.0

Verslag 1996 (1)

Oude koeien van 1996

  • Het was wel een schitterend gezicht, die schepen, die onder mij door voeren en door het silhouet van de ondergaande zon zeilden
  • Na een uur was er geen van m’n medezeilers meer te zien. De maan kwam op, als een oranje kaboutermuts. De duizenden sterren, het silhouet van de wal met in de verte de flonkerende lichtjes van het autoverkeer. M’n net aan bollende spinaker, de wolkenkrabber van Amsterdam met z’n flitsende lichtbundel. Alles zorgde voor een levendigheid in deze doodse stilte, welke af en toe werd onderbroken door ’t kabbelende water, die m’n 2 myl voortgang veroorzaakte, richting Lelystad.
  • ‘s-morgens om 08.00 uur werd ik, door geklop op m’n schip, door de havenmeester(es), gewekt. Dat is nog ‘ns service, dacht ik, maar ja, ze kwam alleen maar om d’r havengeld te innen.
  • Ik heb toch al heel wat wedstrijden gezeild en … gewonnen, maar altijd met bemanning. Ik vind, dat als je alleen zeilt, je dan pas bemerkt, dat er nog heel wat aan jezelf dient te worden bijgeschaafd.
  • De havenmeester van Den Oever belde de Chinees, die ons met ’t busje kwam halen. Na een heerlijke maaltijd, veel lachen en behoorlijk rozig, werden we door die Chinees ook weer teruggebracht naar de haven.
  • Op het hele traject van de 200 myls heb ik geen slag behoeven te maken. Na precies 3 x 24 uur kon ik in Muiden finishen. Ik ben natuurlijk razend enthousiast over de wedstrijd en ……. niet te vergeten m’n prestatie !

Ingeschreven solo-schippers – 1996

 

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
SZ
Factor
1 1996 1 1 Han Beijersbergen Contest 31 HT Galathea Enkhuizen 103.0
2 1996 AFK 1 Piet Bakker Maxi 77 Balder Huizen 112.0
3 1996 RET 1 Jan Luyendijk Jeanneau Sunlight 30 Tam Tam Huizen 101.0
3 1996 RET 1 Cees de Wit Scampie Foetsie Baarn 101.0
3 1996 RET 1 Piet van der Zwaan Selecta 31 Zwaantje Huizen 102.0

 

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 1996

Route-keuze nr 1 =

haven-merkteken-afstand in mijlen

MUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
URK-UK16-080,
STAVOREN-VZ1-094,
HINDELOPEN-H2-102,
MEDEMBLIK-4WINDMOLENS-116,
BREEZANDDIJK-SPORTB-130,
ENKHUIZEN-KG2-148,
LELYSTAD-LS-163,
VOLENDAM-GZ2-174,
HOORN-NEK-181,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.

Route-keuze nr 2 =

haven-merkteken-afstand in mijlen

MUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
OUDE SCHILD-T14-073,
HARLINGEN-BS29-105,
KORNWERDERZAND-VF4-133,
BREEZANDDIJK-SPORTB-138,
MEDEMBLIK-4WINDMOLENS-152,
ENKHUIZEN-KG2-161,
HOORN-NEK-181,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.

Route-keuze nr 3 =

haven-merkteken-afstand in mijlen

MUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
DEN HELDER-MH2-071,
IJMUIDEN-BALOERAN-104,
DEN HELDER-MH2-137,
DEN OEVER-WV14-150,
MEDEMBLIK-WP8-155,
ENKHUIZEN-KG2-165,
HOORN-NEK-175,
LELYSTAD-LS-185,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.

Route-keuze nr 4 =

haven-merkteken-afstand in mijlen

MUIDEN START-M1-000,
VOLENDAM-GZ2-011,
HOORN-NEK-018,
LELYSTAD-LS-029,
DEN OEVER-WV14-058,
DEN HELDER-MH2-071,
IJMUIDEN-BALOERAN-104,
SCHEVENINGEN-SCH-133,
IJMUIDEN-NH-158,
O.SLUIZEN/SCHELLINGW.-P19-176,
VOLENDAM-GZ2-186,
BLOCQ VAN KUFFELER-BVK-192,
PAMPUSHAVEN-PH-194,
MUIDEN FINISH-M1-200.

 

Tam Tam

 

Tam Tam om de marifoongedeeltelijk gepubliceerd in ‘Zeilen’ april ’97

Een wedstrijd om aan mee te doen, zo scheen het op 2 oktober, toen in 1996.
Een prachtig oktoberzonnetje en een zuidelijk windje van 2 Bf.
Na de koffie met appelgebak in ’t bruine cafe van ‘Ome Ko’ in Muiden werd er een korte palaver gehouden voor de deelnemers, de caps, met het logo van de 200 myls, de logboeken voor ’t kontroleren van de tocht, werden uitgereikt.

Zichtbaar was er al een stukje gespannenheid aanwezig bij de solo-schippers bij het losmaken van de touwtjes.
In min of meer konvooi werd er naar de denkbeeldige startlijn in de nabijheid van de M 1 gevaren, de zeilen gehezen en na een langgerekt hoornsignaal de start aangegeven. Een prachtig gezicht was ’t, hoe snel de spinakers en halfwinders werden gehezen en bollend door ’t bakstag windje naar de noordoost hoek van het Markermeer, richting Lelystad, werden gedreven met voortgang van 2 a 3 knoopjes. Ondanks een paar groeiende stapelwolken, werden de shirts uitgetrokken om nog wat extra revenuen van het najaarszonnetje te kunnen meepakken. Een buitje met een paar windstootjes zorgde ervoor, dat de vloot even een ‘platgeslagen’ indruk maakte. De spi’s verdwenen even snel, als ze waren gekomen om na een stief kwartiertje weer vrolijk het vlakke water op te fleuren.

Tegen een uur of vijf rondden de snelste jachten de rood/witte boei LS bij Lelystad, om daarna weer richting de NEK, de groene boei tussen Hoorn en Enkhuizen, op te zeilen. De achteroplopende jachten, die toch een uur later de LS rondden, besloten in Lelystad hun rustperiode van 9 uur te nemen, te ankeren of ergens aan te leggen, om na die rust te proberen meer voortgang te verkrijgen, mede door de weersverwachting.
Een taktisch juist besluit, zoals later bleek, want de NEK-vaarders ontmoetten een ruimende wind van Zuid naar WNW, die nogeens terugnam van 2 tot 1 Bf. Het was wel een schitterend gezicht, die schepen, die onder mij door voeren en door het silhouet van de ondergaande zon zeilden.
De rust, met alleen de 200 myls-gangers op het rimpelloze water, was alleszeggend. Af en toe dwarrelde en trok de wind iets aan, uit allerlei hoeken, dan zakte ie weer volledig in. Al kruizend tegen bijna niets dreef ik verder.
Om ongeveer 22.00 uur rondde ik de NEK. Een kwartiertje daarvoor passeerde mij de ‘Foetsie’ van Cees de Wit, die zijn koers weer richting Lelystad had uitgezet. Na een uur was er geen van m’n medezeilers meer te zien.

De maan kwam op, als een oranje kaboutermuts, de duizenden sterren, het silhouet van de wal in de verte met de flonkerende lichtjes van het autoverkeer op de dijk. De wolkenkrabber van Amsterdam met z’n steeds maar flitsende lichtbundel. Dit alles zorgde voor een levendigheid in deze doodse stilte, welke af en toe werd onderbroken door het kabbelende water, die m’n 2 myl voortgang veroorzaakte, richting Lelystad. Met m’n spinaker, net bollend, op m’n automaatje, bemerkte ik voor ’t eerst m’n hongergevoel.
De voorafgemaakte bami werd in de oven opgewarmd. Een beetje sateh saus, sambal en ketjap, een toetje van Mona. Het was Nederland op z’n mooist.

Ineens tegen 00.30 uur bemerkte ik, dat m’n navigatie-, alsmede ’t kompas, logverlichting wel erg flauw werd. M’n stuurautomaat gaf ook de geest. De wind trok iets aan en in het nachtelijke duister streek ik, voor de zekerheid, maar m’n spinaker. Ik probeerde de motor te starten om stroom te draaien. Een zwaar kuchend geluid, maar hij sloeg niet aan. Dan maar de slinger op ’t vliegwiel. De decompressieknop uittrekken en slingeren maar. Je moet wel ’n berekracht hebben, want wat ik ook probeerde, de motor sloeg niet aan. Peentjes zwetend gaf ik ’t maar op. Om 02.45 uur al zeilend, meerde ik af aan de wal van Lelystad’s Compagniehaven en dook, danig teleurgesteld over m’n stroomvoorzienings-problemen, m’n kooi in.

‘s-morgens om 08.00 uur werd ik, door geklop op m’n schip, door de havenmeester(es), gewekt. Dat is nog ‘ns service, dacht ik, maar ja, ze kwam alleen maar om d’r havengeld te innen. Tegelijkertijd ging m’n mobiele telefoon. De achterblijvers, die de vorige dag voor Lelystad hadden gekozen, waren om 03.00 uur, terwijl ik afmeerde, vertrokken richting NEK, met een zuidelijk windje 4. Zij hadden de NEK al gerond, waren reeds geschut in de sluis van Lelystad en zeilden nu, onder spinaker, richting Urk, de UK 16.
Dat was balen voor mij, alsook voor diegenen, die voor Hoorn hadden gekozen. De langzamere jachten hadden ons dus behoorlijk in de luren gelegd en lagen nu ruim 5 uur voor, om van het handicap-cijferverschil maar niet te spreken en dit al na pas 50 van de 200 myl. Wat moest dit voor een race worden ?
De LS had ik ‘s-nachts om 02.15 gerond, dus ik had tijd tot 11.15 uur om de stroomstoring bij mij aan boord te verhelpen. Bij de Tagrijn Emma werd ik door een paar gezellige kerels prima geholpen. O.a. met een goede raad om tijdens ’t slingeren van ’t vliegwiel ook de decompressieknop weer naar beneden te doen. De weersverwachting, nu 3 a 4 Bf, maar later in de middag oplopend naar een windje 8 uit het westen, in ’t noordelijk IJsselmeergebied, gaf mij, ondanks het beschutte water, het oppertje langs de kust van Enkhuizen, Medemblik en voorlopig naar Den Oever, was een zorg apart.
Eindelijk 11.15 uur, de trossen los. Het motortje was gestart. De akku’s waren weer goed vol. De meters gaven voor beiden meer dan 10 Volt aan. Begrijpen deed ik het stroomverlies niet. Ook na doormeten bleek, dat m’n oude akku’s voldoende kapaciteit hadden. Vreemd ! De sluis werd genomen en de koers werd gezet richting Urk, waar de UK 16 moest worden gerond. Op ongeveer 2 a 3 mijl voor mij lag nog een nachtelijke Nek ganger.
Onderweg werd ik gebeld, via m’n GSM, dat er besloten was niet meer kanaal 13 van de marifoon te gebruiken, daar deze bij de meesten werd gestoord bij het leven en dat de heren er niet doorheen kwamen, dus s.v.p. alle 200 myls deelnemers naar het oproepkanaal 10.

Na de UK 16 werd bij een windje 5 de genua iets teruggerold en het 1e. rif gestoken. De ‘Tam Tam’ lelde met een noodgang door ’t water. Al zeilend besloot ik toch maar even de beide akku’s te kontroleren. Weer een teruggang naar bijna 9 volt. Ik besloot dus om regelmatig stroom te gaan draaien. In Den Oever moest ik dan maar andere maatregelen nemen.
De lucht werd donkerder. De prachtige wolkenpartijen werden samengetrokken en kregen een onheilspellend aanzien. Op m’n windsnelheidsmeter wees m’n wijzer al 27 knopen p/uur aan. Voor Enkhuizen met m’n windmeter op 30 a 34 knopen trok ik m’n tweede rif erin en rolde m’n genua voor meer dan de helft terug. Met de wind iets achterlijker dan dwars, keilde ik richting Den Oever met 7 … 8 met uitschieters naar 10 knopen per uur.

Bij de WV 14 in de aanloop van Den Oever waaide Cees de Wit’s ‘Foetsie’ me tegemoet. Hij had z’n merkteken net gerond en weer koers gezet richting Stavoren. Met z’n vraag of ik hem zou volgen, maakte ik een wegwerp gebaar. Ik had ’t wel even gehad, 8 keer stroom gedraaid en boven Medemblik was m’n neerhaler uit z’n oogbevestiging geklapt. Dat met een vrijwel achterlijke, stormachtige wind. Met een bulletalie had ik de giek wel wat gefixeerd, maar het was me te onrustig. Al met al was het hard nodig om op de wal het een en ander te inspekteren. De ‘Foetsie’ had inmiddels ook z’n steven gewend en zeilde, met dezelfde noodgang als ik, achter mij aan, tussen de havenlichten van Den Oever door, klokten de tijd, ten teken, dat m’n 2e. rusttijd nu in zou gaan. De motor startte (gelukkig) en ik zeilde weer naar buiten om de zeilen te bergen, de stootwillen en landvasten klaar te leggen voor ’t nachtje aan de wal.

Terwijl ik daar mee bezig ben, zie ik uit de haven op volle snelheid de rubberboot van de havenmeester op me af stuiven. Hij maakte een zwieper en lag stil voor m’n boeg. “Mijnheer, wilt u meekomen, de radiokontroledienst staat in de haven op u te wachten en u wordt verzocht mij te volgen !” “Waarom dat dan”, vroeg ik. “U schijnt vandaag de hele dag ’t marifoonkanaal 10 te hebben geblokkeerd”. “Gisteren bent u ook al de hele dag bezig geweest op kanaal 13”.
Met deze mededeling was ik wel achter de reden van m’n stroomverlies gekomen, maar echt blij was ik niet. Moterend voer ik de Marina van Den Oever binnen, om de zand- en werkboten heen, om aan een aflandige langs-steiger af te meren. Dat is toch wel een klus, in windkracht 8, vooral als je alleen bent. Tot overmaat van ramp schoot ook nog een stuk van m’n rolgenua open, zodat de stormachtige wind nog eens extra vat op me kreeg. Een paar van m’n, reeds gearriveerde, 200 myls wedstrijdgenoten, schoten me te hulp, waarna ’t klusje uiteindelijk gauw was geklaard.

Inmiddels stond de ‘hombre’ van de radio-kontroledienst al een uur op me te wachten, wat duidelijk aan z’n gezicht was af te lezen. Ik nodigde de kontroleur, een midden vijftiger, dus ’n leeftijdgenoot, uit om aan boord te komen. Ik bood ‘m wat te drinken aan. Zelf was ik ook aan een afmeerborrel toe. Met een blik op mijn marifoon stelde hij meteen de oorzaak van de storing vast. De koptelefoon van m’n wereldontvanger hing keurig aan z’n oog boven de marifoonhoornhaak. De verende, bijelkaar komende beugels van de koptelefoon klemden echter tussen de vastgeklikte marifoonhoorn, zodat de seinsleutel bleef ingedrukt. Daardoor stond de marifoon op konstant zenden en zelfs nog op vol vermogen. De stroomstoring was opgelost, maar ik schaamde me mateloos diep, vooral na het verhaal wat de kontroleur mij vertelde.

Op dinsdag 1 oktober was de man teruggekomen van z’n vakantie uit Mexico en dacht woensdag 2 oktober rustig aan en ontspannen weer z’n werk te kunnen hervatten om een beetje te genezen van de ontstane ‘jetlag’. Om 10.00 uur woensdag werd hem echter opgedragen met z’n peilauto een onverlaat op te sporen in het zuidelijk IJsselmeergebied, die met z’n marifoon kanaal 13 blokkeerde. Hij toog dus met z’n speciaal daarvoor ingerichte dienstwagen naar Muiden en peilde de stoorder onderweg naar Lelystad.
Hij dacht: “Ik rij naar Lelystad en wacht hem daar wel op.” Tegen een uur of 5 bemerkte hij, dat de veroorzaker van de storing richting Enkhuizen voer, dus hij naar Enkhuizen. Om 20.00 uur zag ie via een peiling, dat de koers geen Enkhuizen, maar Hoorn was, dus hij weer naar Hoorn. Wat schertste zijn verbazing, dat hij bemerkte, dat tegen 22.00 uur, de koers van het schip weer veranderde en opnieuw naar Lelystad werd verlegd. Inmiddels was het marifoonstroringsignaal zo zwak, tot niet meer hoorbaar geworden, dat hij besloot tegen een uur of elf, hij kwam uit Limburg, maar een hotelletje te nemen en de ochtend daarna rustig weer naar de basis te rijden.

Op donderdag 3 oktober reed de man, nog aan z’n vakantie en aan de rare dag van gisteren terugdenkend, richting Limburg, toen hij om ongeveer 10.30 uur bericht kreeg, dat hij een marifoonstoring op kanaal 10 in de buurt van Lelystad moest opsporen, dus hij weer terug. Hij peilde om ongeveer 11.45 uur de storing bij de sluis van Lelystad. Als een ‘Zoef de haas’ spoorde hij naar de sluis. Bij de sluis bleek de vogel te zijn gevlogen, maar kon duidelijk peilen, dat ’t betreffende jacht naar Urk voer. Kom, dacht ie, ik ga naar Urk, daar wacht ik ‘m wel op. Weer tot z’n verbazing, net in Urk aangekomen, peilde de man, dat de koers was verlegd naar Enkhuizen. Hij werd ’t wel een beetje zat, maar ja, dan maar naar Enkhuizen. Wachtend in Enkhuizen, weer ’t zelfde, richting Andijk. richting Medemblik. De wind nam zodanig toe, dat ie dacht, die gek zal toch niet doorgaan, maar de gek ging door.
Onder Den Oever op de dijk kon hij door middel van een verrekijker en de peiling vastellen welk jacht de storing veroorzaakte en las zelfs ‘Tam Tam’ op m’n spiegel.
Wat hij toen dacht, toen hij mij dit alles vertelde, verraadde z’n ogen duidelijk. We praten nog wat door en nadat ik nogmaals had verontschuldigd, kreeg ik de toezegging, dat ik binnenkort, schriftelijk, ’n officiele waarschuwing zou ontvangen, stapte de kontroleur van de radio opsporingsdienst van boord.
Als er een bon was gegeven, dan had ik ’t nu in ieder geval verdiend.

Jan Luyendijk
S/Y Tam Tam
Huizen, 11 oktober 1996